Column door Lissa Hollmann
‘Ik hoop dat het allemaal snel weer normaal wordt!’ Hoe vaak heb ik die zin de afgelopen tijd uitgesproken? En hoe vaak heb ik de mensen om mij heen dit horen zeggen? Tja, vaak.
Want dan …
- … kunnen we eindelijk weer gewoon normaal trainingen gaan geven!
- … kan ik al mijn vrienden en familieleden weer normaal knuffelen!
- … is iedereen weer wat zekerder van zijn of haar baan!
- … kan er weer gedanst worden in de kroeg!
- … kunnen we nog een hele hoop andere dingen doen waar we allemaal naar uit kijken!
En hoewel ik zelf ook heus wel heb ervaren dat het af en toe best lekker is ‘dat er even niks moet’, kan ik over het algemeen niet wachten totdat alles weer is zoals voor corona. Ook denk ik dat ik alles dat even stil lag, zo weer op kan pakken (hoewel het misschien wel weer even wennen wordt om naar een training toe te rijden in plaats van Zoom of Teams op te starten ). No problemo!
Dit is natuurlijk niet voor iedereen zo en dat besef ik mij heel goed. Uit onderzoek onder leiding van de UvA is gebleken dat de coronamaatregelen, maar zéker ook de versoepelingen van de maatregelen dubbel kunnen zijn voor veel kwetsbare groepen. Denk bijvoorbeeld aan mensen die weinig buiten de deur komen, angstig zijn en/of een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Aan de ene kant werd door de coronamaatregelen een groot beroep gedaan op zelfredzaamheid, terwijl veel kwetsbare mensen daar al moeite mee hadden. Of dreigden psychisch kwetsbare mensen door gebrek aan hulp en sociale contacten nog verder weg te zakken. Aan de andere kant voelden zij een soort rust tijdens de lockdown. Ze hoefden even niks van de buitenwereld en er ontstond een soort gevoel van ‘normaal’ zijn. Ze waren net als ieder ander: vooral binnen blijven, weinig sociale contacten en afhankelijk zijn van geld van de overheid was ook niet zo gek meer.
Ik kan me dus zo voorstellen dat hun ‘Eindelijk kan ik dan weer a en b’ soms, regelmatig of misschien wel váák overstemd wordt door ‘Help dan moet ik weer x en y ’. En dat moet niet onderschat worden. Dat verdient aandacht. Van iedereen, maar misschien wel vooral van de professionals die deze kwetsbare groepen begeleiden. Bijvoorbeeld naar arbeids- of maatschappelijk participatie. Mijn pleidooi is dan ook om niet alleen aan de makkelijk bemiddelbaren en de quick wins te denken bij het opstarten. Natuurlijk is het verleidelijk om je vooral op de mensen te richten die snel weer werk of een plek in de maatschappij kunnen vinden, maar ga ook bewust aan de slag met de kwetsbare groepen. Voor hen is het opstarten extra moeilijk. Ga met hen niet in sneltreinvaart verder waar je gebleven was. Zij hebben in de begeleiding namelijk niet alleen dat perspectief op werk of een plek in de maatschappij nodig, maar vooral ook een boost in hun zelfvertrouwen en probleemoplossend vermogen, en (daardoor) wat extra tijd.
Toen we aan de slag gingen met het ontwikkelen van de module voor kwetsbare groepen van Pak de draad weer op, merkte ik hoe belangrijk het is om met cliënten stil te staan bij de afgelopen periode. Wat mensen hebben meegemaakt, wat ze misschien wel zijn kwijtgeraakt en welke inzichten en lessen deze periode heeft opgeleverd. Het klinkt misschien tegenintuïtief, maar juist door zorgvuldig stil te staan bij de afgelopen periode, kun je sneller en effectiever weer doorpakken naar een productieve toekomst.
En dan gaan cliënten zelf van ‘Help ik moet weer’ denken naar ‘Eindelijk kan ik weer’.