Column van Stefanie de Cuba en Tineke Haakma
Steeds vaker klinkt het woord ‘zorginfarct’. Waar het woord regelmatig opdook in de media tijdens de coronacrises om te wijzen op de dreigende situatie waarin de zorg zou bezwijken onder de vele coronapatiënten op de IC’s, horen we het woord steeds vaker ook buiten deze context. De kranten en rapporten staan vol met signalen over een (dreigend) bezwijkend zorgsysteem. Bijvoorbeeld:
- Huisartsen die voor het eerst in ruim tien jaar protesteren om aandacht te vragen voor hun hoge werkdruk
- De wachtlijsten in de GGZ die intussen ‘onoplosbaar’ worden genoemd
- De Raad van Volksgezondheid en Samenleving die benadrukt hoe de gezondheidsverschillen zullen toenemen als we niet snel onze verpleeghuiszorg en langdurige zorg anders organiseren.
Ook Lynn Berger, journalist bij de Correspondent, spreekt haar zorgen uit in een nieuw boek dat 12 juli verschijnt. In Zorg – Een betere kijk op de mens, pleit Lynn voor een drastische koerswijzing. Zorg is volgens haar fundamenteel aan ons bestaan. Zorg is overal in aanwezig, en dat maakt haar tegelijk onmisbaar én kwetsbaar. Wat voor ons vanzelfsprekend is geworden, wordt namelijk niet altijd meer gezien en op waarde geschat. In een samenleving waarin zelfstandigheid hoog wordt gewaardeerd, is er bijvoorbeeld onvoldoende oog voor alle zorg die ervoor nodig is om deze zelfstandigheid mogelijk te maken en in stand te houden.
Lynn pleit voor een ‘bredere kijk’ waarin we kunnen waarnemen hoe verweven we als mensen zijn. In die verwevenheid loopt zorg dwars door alle grenzen van werk en privé heen. Zoals ze zelf zegt in de Volkrant: “Zorg is essentieel werk, werk dat al het andere werk mogelijk maakt.” Vanuit zo’n blik zien we hoe mantelzorgers niet per se méér taken van de formele zorg zouden moeten overnemen, maar dat zij al in allerlei zorgrelaties staan (iemand is een moeder, zoon, vriend, buur) waarin zorg wordt geboden en ontvangen, en waarin de ‘formele’ zorg slechts een klein deel is binnen een veel breder zorglandschap. In plaats van te vragen hoe zij méér kunnen doen, is een meer helpende vraag hoe zij zo goed mogelijk kunnen worden ondersteund in hun zorgrelatie: “Wie voor een ander zorgt moet ook zélf worden verzorg.”
Als we niet zien hoe ‘zorg’ altijd al onderdeel is van ons leven, en daar niet genoeg tijd, ruimte en middelen voor vrijmaken vanuit het besef dat we simpelweg niet zonder kunnen, dreigen we onze problemen niet aan te pakken maar slechts te verplaatsen, bijvoorbeeld van het betaalde naar het onbetaalde zorgdomein.
Meer lezen?
Kijk dan naar het artikel van Lynn Berger in de Volkskrant: Nog even en een zware zorgcrisis klopt aan de deur. Waarom zorgen we toch zo slecht voor de zorg? (volkskrant.nl)