Door Lissa Hollmann
We gebruiken bij ZINZIZ vaak het integratief gedragsmodel (IGM) als kapstok tijdens onze trainingen rondom gedragsbeïnvloeding, gesprekstechnieken, optimale participatie en coachen op een ontwikkelplek. Het is een model dat inzicht geeft in waarom iemand meer of minder in beweging komt en waaraan je dus vervolgens met elkaar kunt werken. In de kern stelt het model dat motivatie en gedrag gaat om 2 factoren: willen en kunnen.
Handig voor werkconsulenten, maar ook voor inkomensconsulenten?
Voor klantmanagers werk, jobcoaches en eigenlijk iedereen die een rol speelt binnen doelmatigheid, valt het model met daarbinnen de elementen ‘willen’ en ‘kunnen’ vaak snel op zijn plek. Maar als het gaat om wetmatigheid, komt (heel begrijpelijk) de vraag “Maar hoe zit het dan met het ‘moeten’?” regelmatig naar voren. Het interessante is dat dat wel degelijk in het model verwerkt zit. Omdat we bovendien steeds vaker merken dat gemeenten met hun inkomensprofessionals de stap willen maken van inkomensconsulent naar inkomenscoach, leek het ons een mooi moment om het IGM als hulpmiddel voor inkomensprofessionals eens toe te lichten.
We doen dat door het model in te vullen voor een concreet voorbeeld. En laten we dan meteen iets pakken wat vaak gezien wordt als iets dat valt onder ‘moeten’. Zoals het tijdig doorgeven van wijzigingen. In het model staat dan de volgende vraag centraal: Wat zorgt ervoor dat iemand wijzigingen wel of niet tijdig doorgeeft? Stap 1 is om te bedenken dat dat gedrag geen doel op zich is. Het is uiteraard belangrijk om wijzigingen door te geven, maar het blijft een middel om een doel te bereiken. Het gaat er namelijk vooral om dat je klant door wijzigingen door te geven, een inkomenszekerheid heeft die niet ineens gestopt kan worden door niet te voldoen aan plichten. Het gaat in het IGM dus ook in dit geval om gedrag dat gekoppeld is aan doelen die daarmee bereikt kunnen worden. Stap 2 is om inzicht te krijgen in waarom iemand het wel of niet doorgeeft. Per element zijn hieronder verschillende factoren die hierbij een rol kunnen spelen uiteengezet.
Dit kan al best een eerste inzicht geven. Maar hoe zit het dan met het ‘moeten’? Kijk bijvoorbeeld eens naar het element houding. Indirect komt hier het ‘moeten’ in terug. Als de klant geen zin heeft in de consequenties van ‘niet doen wat wel moet’, dan zal er toch een positievere houding ontstaan ten opzichte van ‘wel doen’. Oftewel, er zal (een sprankje) willen ontstaan. Ook bij sociale druk komt het ‘moeten’ indirect terug. De verwachting van straf of een sanctie versterkt de sociale druk. Dat zit zo: De dreiging van een sanctie kan de ervaren druk opvoeren om op tijd een wijziging door te geven.
En hoe zorg je er dan voor dat de klant écht inzicht krijgt in de consequenties? En hoe kan je er dan voor zorgen dat je op zo’n manier komt met sancties dat het iets doet met sociale druk? En hoe zit dat bij andere elementen? Nou, dat is iets voor een volgende keer!
Nieuwsgiering geworden?
Wil je alvast verder praten of meer weten over het IGM als hulpmiddel voor inkomensprofessionals? Of heb je vragen? Neem dan vooral contact op met lissa@zinziz.nl . En wil je meer lezen over hoe het IGM als verbindend model kan werken tussen klantmanagers, inkomensconsulenten (en accountmanagers)? Lees dan het artikel: Hoe een theoretisch model verbindend kan werken in de praktijk.