Door: Lena Wever
Het IGM is een inmiddels oude bekende als het bij ZINZIZ gaat om het verzorgen van trainingen en ontwikkelen van methodes. Het model is namelijk een heel praktisch (en wetenschappelijk onderbouwd) middel om gedrag te onderzoeken en grijpbaar te maken. Dit maakt het IGM heel breed inzetbaar in het sociaal domein en daarbuiten. Tegelijkertijd vinden we het belangrijk om kritisch en vanuit verschillende kennisbronnen naar het IGM te kijken. Een model als het IGM is immers nooit een doel op zich, zeker wanneer het gaat om iets complex zoals gedrag.
In dat kader hebben we dit model eens bekeken vanuit een ergotherapeutische blik, een paramedische discipline die zich richt op het analyseren en mogelijk maken van betekenisvol dagelijks handelen: wat kan het ergotherapeutische perspectief bijdragen aan het denken over motivatie en gedrag?
Waarom een ergotherapeutische toetsing?
Het doen van activiteiten die we belangrijk vinden, in rollen die betekenisvol zijn, op deze manier maken we deel uit van de sociale en culturele wereld om ons heen: we participeren.
Deze visie van de mens als handelend wezen is het uitgangspunt van ergotherapie. Ergotherapeuten richten zich in verschillende settingen op het weer mogelijk maken van dit betekenisvolle handelen van individuele cliënten of groepen. Voorbeelden zijn het verbeteren of leren omgaan met fysieke of cognitieve beperkingen (zoals met een aanpassing koken bij artrose, leren plannen/aandacht verdelen voor een kind met ADHD op school). Ergotherapeuten kunnen onderzoeken hoe je activiteiten op een andere manier kunt uitvoeren (bijvoorbeeld energieverdeling bij long-COVID) of door de omgeving aan te passen. Ergotherapeuten zijn dan ook heel goed in het analyseren van het menselijk handelen op een holistische manier. Het samenspel van persoon, activiteit en omgeving en in hoeverre dit betekenisvol handelen mogelijk maakt, staat voor hen altijd centraal. Bij betekenisvol handelen gaat het om de betekenis die iemand zelf toeschrijft aan de activiteit en de context waarin de activiteit plaatsvindt. De ergotherapeutische visie op het handelen biedt een waardevol perspectief om de theorie van het integratief gedragsmodel te onderzoeken: het denken over gedrag wordt kritisch onderzocht en nieuwe elementen worden toegevoegd.
Een voorproef van de bevindingen?
“Het risico om een model als het IGM verkokerd te omarmen, schuilt vooral in de valkuil om gedrag te vereenvoudigen, te rationaliseren en te isoleren van de betekenis die schuilt in het handelen en de activiteiten zelf. De interactie tussen het IGM en ergotherapie laat zien dat het tas
tbaar maken van gedrag concrete aanknopingspunten geeft in complexe situaties, maar ook vraagt om continue reflectie en actie. Alleen zo kunnen we recht doen aan onderliggende factoren en structureren die van invloed zijn op gedrag.”
Het artikel is gepubliceerd in Ergotherapie Magazine, het vakblad voor ergotherapeuten en hier te downloaden.
Nieuwsgierig?
Wil je meer weten over het IGM en de toepassingsmogelijkheden voor jouw (paramedische) discipline? Kijk dan op www.integratiefgedragsmodel.nl of neem contact op met info@zinziz.nl.