Door: Lissa Hollmann
Meer werk maken van ontwikkeling
Sinds de ingang van de Participatiewet in 2015 doorlopen (voormalig) sociale werkvoorzieningsbedrijven een transitie van productiebedrijf naar mens-ontwikkelbedrijf. De ene organisatie is daar, zoals zoiets altijd gaat, verder mee dan de andere. Inmiddels zijn we 7 jaar verder en we merken overal in het land dat het best een ingewikkelde opgave is om de focus echt te verleggen van productie naar ontwikkeling.
Ergens weten we het allemaal: Het leveren van productie en diensten zijn niet de doelen meer, maar een middel. Een middel om ontwikkeling bij mensen te faciliteren zodat zij zo optimaal mogelijk kunnen gaan participeren op de (reguliere) arbeidsmarkt. Dit vraagt ook om maatwerk en om onderscheid te maken tussen verschillende doelgroepen en individuen. Dat deze overgang niet over één dag ijs gaat, blijkt ook uit een uitvoering onderzoek van Berenschot uit juli 2023 naar de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven. Kijkend naar de onderzoeksuitkomsten, constateert Berenschot dat duidelijke transitieplannen voor sociale diensten en sociaal ontwikkelbedrijven om de doelen van de Participatiewet te realiseren ontbreken. De hoe-vragen zoals “Hoe faciliteren we het realiseren van ontwikkeling optimaal?” en “Hoe zorgen we ervoor dat we aan onze opdracht voldoen?” staan dus vaak nog open.
Het uitdagende (maar leuke!) is dat het antwoord op deze vragen een combinatie van meerdere zaken bevat. Zo is werk alleen niet een belangrijk middel, maar ook de werkbegeleiding op de werkvloer. En waar die werkbegeleiding uit moet bestaan is weer afhankelijk van het functioneren van de medewerker. Hoe dat functioneren gaat en of je op de goede weg bent, weet je echter pas als je inzicht hebt. Máár het gaat dan om inzicht op zo’n manier dat de onderwerpen die in kaart worden gebracht ook daadwerkelijk relevant zijn voor de mensen die dagelijks met de medewerkers te maken hebben, namelijk de werkleiders en meewerkend voormannen. Én dat op basis van het verkregen inzicht gemakkelijk doelen en een plan van aanpak opgesteld en bijgesteld kunnen worden. Zonder dat dit heel veel tijd kost en daardoor ook uitnodigt om maandelijks te worden gebruikt om zo ook kleine stapjes in de ontwikkeling van de medewerkers zichtbaar te maken.
Oftewel: Het gaat om een instrument dat een impuls biedt voor de ontwikkeling van de medewerkers, bruikbaar is voor de mensen die er echt mee werken, en iets dat niet als een belemmerende factor of ‘moetje’ gezien wordt (waardoor er in de praktijk uiteindelijk toch vaak om heen wordt gewerkt).
Het instrument dat zomaar eens het antwoord op al deze zaken kan zijn is Maatwerk in Ontwikkeling (MiO). Een instrument dat methodisch aan de slag gaan met ontwikkelen vergemakkelijkt en aanpasbaar is op elke organisatie. Zo kun je er als organisatie voor kiezen om het integratief gedragsmodel als kapstok voor de ontwikkelgebieden gebruiken, maar kun je ook iets heel anders aanhouden. Klinkt super relevant toch?
Nog niet overtuigd? Of vooral heel nieuwsgierig? Kijk dan vooral in onze demoversie waarvan de toegangsgegevens in onderstaande PDF staan. Contact opnemen met martijn@zinziz.nl kan ook!